Gerben Edelijn, CEO Thales Nederland sprak op 27 februari de volgende speech uit tijdens het EW Grote Defensiedebat.

Als je als CEO van een belangrijk Nederlands defensiebedrijf wordt uitgenodigd om te spreken op “Het Grote Defensiedebat”, kun je een aantal onderwerpen adresseren.

Ik zou u kunnen wijzen op de dreigingen in bepaalde regio’s in de wereld, of de dreiging op het gebied van nieuwe technologische ontwikkelingen; 

Ik kan u wijzen op nieuwe domeinen zoals cyber waar een nieuwe koude oorlog woedt en waar we moeten mobiliseren;

Ik kan de gevolgen benoemen van te grote begrotingsdruk waardoor er geen geld is voor de juiste bewapening van nieuwe schepen, onderhoudsbudgetten voor cruciale systemen tekort schieten, et cetera.

Ik zou boos kunnen worden en u nogmaals kunnen wijzen op onze verplichtingen om een evenredig deel bij te dragen aan onze veiligheid in Europees danwel NATO verband.

En ik kan als CEO van een onderneming vertellen hoe belangrijk het is om je aan je afspraken te houden om het vertrouwen van je medewerkers, klanten, partners en de markt niet te schaden.

U begrijpt het al, dat ga ik niet doen. Al die punten zijn bekend en voor sommige onderwerpen zijn er internationale veiligheidsexperts die dat ongetwijfeld beter kunnen.

Ik denk zelfs dat ieder van de hier aanwezige politici het met mij eens is dat het budget voor defensie omhoog moet, omdat wij als zichzelf respecterend land niet kunnen blijven leunen op de sterke schouders van anderen. Uiteraard wil ik wel graag helpen bij de formulering van de defensieparagraaf in het aankomende regeerakkoord.

Daarom wil ik het vandaag met u hebben over Thales, de reden waarom wij toonaangevend op radartechnologie zijn en waarom er internationaal naar het Nederlandse maritieme cluster wordt opgekeken.

Het boegbeeld van dit succes is Nederland Radarland. Volgend jaar bestaat onze samenwerking met Defensie en de kennisinstellingen in Nederland Radarland 20 jaar. Door middel van een gerichte roadmap en investeringen werken wij aan technologie die over 10 jaar in de volgende generatie producten wordt verwerkt.

10 jaar geleden zijn wij begonnen om samen met defensie te kijken hoe wij deze kennis slimmer bij de verschillende defensieonderdelen konden inzetten, waardoor onze radars nu niet alleen door de Marine, maar ook door de Luchtmacht en de Landmacht worden afgenomen. 

Denk hierbij aan de lange afstandsradar die zowel door de marine als de luchtmacht wordt gebruikt, maar ook aan ook de radars in de geïntegreerde mast op het patrouilleschip en de multi-missie radar van de Landmacht.

Onze Nederlandse markt is klein. Door samen een langetermijnvisie te ontwikkelen, hebben wij schaalgrootte weten te creëren. Niet alleen voor onze radarsystemen, maar ook voor doorontwikkeling en services. Vervolgens stelt het ons in staat succesvol te zijn op de exportmarkt. Dit levert een veelvoud aan opdrachten waardoor we weer kunnen investeren in de volgende roadmap.

arom vertel ik u dit? Omdat achter de samenwerking met Nederland Radarland 3 cruciale voorwaarden schuilen voor succes. En deze wil ik graag met u delen.

Ten eerste – Benchmark en wees transparant

De radarsystemen die wij samen ontwikkelen, zijn internationaal de benchmark. Zowel op prijs als prestatieniveau komen wij regelmatig naar voren als beste partij in internationale aanbestedingen.

In het bedrijfsleven draait het tenslotte om benchmarks, ofwel prestatievergelijkingen van gelijksoortige organisaties. Zo bepalen we of onze salarissen marktconform zijn, of onze financiële cijfers zich gelijk aan de markt ontwikkelen, of onze producten de juiste prijs/prestatie verhouding hebben, enzovoorts.

De industrie heeft de markt als drukmiddel. Als je niet presteert, dan krijg je geen opdrachten en ga je ten onder. De overheid kent echter niet de tucht van de markt en dient dus de benchmark als prestatie-indicator te gebruiken. Toch worden benchmarks in de politiek nog maar mondjesmaat gebruikt om de kiezer voor te lichten.

Wij geven ongeveer 10% van het bruto nationaal product uit aan zorg, 5,5% aan onderwijs en 1,48% aan defensie. Vergelijk je dit met andere EU-landen, dan zie je dat we qua zorg bijvoorbeeld aan de bovenkant zitten. Ook op het gebied van onderwijs is dit het geval. Maar bij Defensie bevinden wij ons consequent de afgelopen 20 jaar in de achterhoede, terwijl we de kiezer dit niet laten weten.

Nu is budget een input parameter en draait het uiteindelijk om de output. Ook daar kun je middels benchmarks beter beoordelen of wij waar voor ons geld krijgen. Al je dan kijkt hoe onze Nederlandse Defensie presteert, zie je dat we in Defensie behoorlijk effectief zijn. Daar verdienen zij een pluim voor.

Om maatschappelijk draagvlak te krijgen, is het wellicht goed om niet alleen over geld te praten, maar ook te vertellen aan de kiezer met wie wij ons willen benchmarken hoe effectief wij presteren in vergelijking met anderen.

Ten tweede – Plan voor de lange termijn

De afgelopen week landde de Perseverance Rover op Mars, met aan boord een laser van Thales. Deze laser smelt bodemmonsters en analyseert zo de samenstelling ervan, op zoek naar mogelijke tekenen van leven. Daarnaast neemt de Perseverance enkele van die echte stukjes Mars, de bodemmonsters, fysiek mee aan boord.

Dat is bijzonder, want we kunnen de Perseverance of de opgeslagen bodemmonsters voorlopig helemaal niet terug naar de aarde halen. Die technologie bestaat nog niet. Maar we verwachten die technologie over 10 jaar wél te hebben, en daarom denken we vooruit.

Zo werken ook onze radar roadmaps die we samen met defensie en kennisinstituten ontwikkelen. Een schip dat we vandaag ontwikkelen, wordt over vijf jaar te water gelaten en moet over 30 jaar nog steeds bestand zijn tegen dreigingen die vandaag nog niet bestaan.

Vanuit de politiek moeten we op deze manier gaan denken wanneer het gaat over Defensie. We moeten nu al rekening houden met die stip op de horizon, terwijl daar nog helemaal geen weg naartoe is.

Dat kun je niet als je alleen naar de volgende kwartaalresultaten kijkt, of naar de waan van de politieke dag. Zo’n proces is gebaat bij langetermijncycli, een continu ontwikkelende gedeelde visie op dreigingen, de krijgsmacht en de rol van de industrie. 

Ik pleit dan ook voor een innovatieagenda met bijbehorende middelen die dit soort ontwikkelingen ook mogelijk maakt op andere terreinen, en niet afhankelijk is van de budgetoverwegingen van de dag. Zeker op het gebied van cyber defence en overige gebieden waar behoeftestelling, innovatiekracht en verdienvermogen elkaar ontmoeten. Dan maken we samen Nederland veiliger, sterker en beter voorbereid.

Ten derde – Innoveer sneller, ontwikkel-test-leer

De huidige werkwijze van softwareontwikkeling, vaak aangeduid met Agile werken, is diametraal anders dan de wijze waarop de meeste defensie ontwikkelingen werken. Wij hebben geleerd dat agile werken op bepaalde terreinen heel goed werkt maar voor zeer complexe systeemontwikkelingen ook zijn beperkingen kent. Zo kun je een Onderzeeboot niet “Agile” ontwikkelen. Toch kun je wel leren van de huidige manier van ontwikkelen. (Zelfs de hoedenmaker.)

We moeten niet meer alles zelf willen doen – de huidige gereedschapskist van de SW ontwikkelaars bevat een veelheid aan gereedschappen waar menig vakman in de gouden eeuw jaloers op was geweest. Door die gereedschapskist efficiënt te gebruiken, gecombineerd met de investeringscapaciteit van de commerciële private sector, wordt de defensiemarkt links en rechts voorbij gesneld. Technologische ontwikkelingen op het gebied van cybersecurity, digitale transformatie en quantum computing ontwikkelen zich exponentieel, gedreven door de innovatiekracht van de commerciële private sector.

Het enorme R&D-budget dat door grote techgiganten in de markt wordt gepompt is voor de meeste overheden niet te evenaren. Hier is Defensie afhankelijk van de expertise, technologie en operationele inzet van buiten.

Alleen door met de industrie op nieuwe manieren samen te werken, kunnen we echt gebruikmaken van de innovatiekracht en ideeën in de keten. De aanbestedingsprocedures zullen zich meer moeten richten op continue ontwikkeling en verbetering in plaats van een set van eisen die op een gegeven moment moeten worden gerealiseerd.

Méér kennis ophalen uit de industrie, méér samenwerken en dan dus ook vaker fouten maken is namelijk onmisbaar voor innovatie en ontwikkeling. Óók als het gaat om veiligheid. Daar kan het bedrijfsleven de overheid echt bij helpen.

Onze samenwerking in Nederland Radarland is een voorbeeld voor andere technologiegebieden. Het is van belang dat wij als overheid en bedrijfsleven samen optrekken en oefenen. Door gericht partners te selecteren met een uitgekiend selectieproces kan dit binnen de aanbestedingsrandvoorwaarden worden uitgevoerd.  

Tot slot

Zoals ik in het begin al aangaf, wil ik drie punten benadrukken. Benchmarking, langetermijnstrategie en sneller innoveren. Ik schat zo maar in dat niemand daartegen kan zijn. Benchmarking kan beter aangeven welke operationele capaciteit wij nastreven op welk moment. Nederland kan niet blijven potverteren op veiligheidsgebied. Qua langetermijnstrategie moeten we kijken of we op nieuwe ontwikkelgebieden als cyber of autonome systemen niet gericht kunnen investeren, om op deelgebieden leidinggevend in de wereld te worden net zoals we dat op radargebied al zijn. Qua innovatie kunnen we nog wel een stap maken. Natuurlijk is de huidige budgettaire druk debet aan het gebrek aan ontwikkelen van nieuwe ideeën. Als daar meer ruimte komt, zou ik willen pleiten om vooral te kijken naar die gebieden waar internationaal ook kansen liggen.

Tot slot: Ik maak mij zorgen over onze veiligheid en de vele dreigingen die wij dagelijks zien. Wij hebben met elkaar laten gebeuren dat wij Defensie hebben geminimaliseerd. De kwaliteit is niet wat het zou moeten zijn voor de 19e economie van de wereld. Er moet meer geld naar Defensie. Ook Defensie moet kijken hoe zij met dit geld nog meer capaciteit op de mat kan leggen. Door slim samen te werken binnen ons ecosysteem en onze natuurlijke aanleg tot efficiëntie zouden wij tot de wereldtop tien van veiligheid moeten doordringen.

Ik dank u wel.