Met het project ’Vervanging LC-fregatten’ (Luchtverdedigings- en Commandofregatten) worden de LC-fregatten in de loop van de jaren ‘30 vervangen. De huidige 4 fregatten die in de periode 2001 – 2005 in dienst werden gesteld worden vervangen door 4 nieuwe schepen, maar die fregatten zullen wel later in gebruik worden genomen; ze zijn 2 jaar vertraagd. De nieuwe fregatten worden nu in 2034 verwacht. 

Het project ‘Bewapening maritieme lucht- en raketverdediging’ (bewapening) voorziet in nieuwe lucht- en raketverdedigingswapens op de toekomstige LC-fregatten als verdediging tegen de groeiende luchtdreiging. De bewapening van de nieuwe LC-fregatten voorziet in een gelaagde verdediging, met verschillende typen raketten die elkaar qua bereik aanvullen. Defensie streeft naar een geleidelijke overgang, door wapens en sensoren die voor de huidige fregatten worden besteld en ontwikkeld, te combineren met nieuw te ontwikkelen wapens en sensoren. Bewapening tegen geavanceerde hypersone dreigingen is nog in ontwikkeling en maakt daarom geen deel uit van het project. 

De hoofdtaak van de nieuwe LC-fregatten is de verdediging van een maritieme taakgroep van meerdere schepen tegen een luchtdreiging. De fregatten kunnen ook civiele schepen en kustgebieden beschermen. Dit zijn globaal dezelfde taken als de huidige fregatten, luchtverdediging en het voeren van het commando over een grote groep schepen. Er zijn wel verschillen met taken van de huidige fregatten, de nieuwe schepen moeten een aanval met ballistische raketten en hypersone raketten kunnen afslaan, maar ook doelen op land kunnen aanvallen met kruisvluchtwapens. 

De A-brief speekt over ‘industrie versterkend aankopen’ bij de bouw van bovenwater schepen. Defensie zoekt daarmee de industrie meer op, en wil dit intensiever doen, ook ten aanzien van infrastructuur, personeel, innovatie, kennisontwikkeling en instandhouding, en in een vroeger stadium. De NLD-industrie, Damen Naval, Thales Nederland, maar ook TNO en andere NLD-bedrijven en instellingen worden genoemd, zij moeten een grote rol krijgen in de totstandkoming van de nieuwe LC-fregatten. De NIDV juicht de het voornemen om te komen tot maximaleen tijdige betrokkenheid van de D-MTIB bij de vervanging van de LC-fregatten, en bij alle andere vervangende maritieme capaciteiten, van harte toe. Daarmee wordt ook de Europese strategische autonomie versterkt. 

Internationale samenwerking wordt nog niet voorzien; ‘het is nog niet mogelijk gebleken concrete samenwerking afspraken te maken. Nederland wil nog steeds tot dergelijke afspraken komen maar moet ook het tempo erin houden’. Defensie zoekt nog steeds actief samenwerking met de landen van het NNCC, the Northern Naval Capability Cooperation: Duitsland, Noorwegen, Finland, Zweden en Denemarken. Defensie wil met de behoeftestelling ook fungeren als aanjager en katalysator voor een samenwerking met andere landen bij de vervanging en bewapening, in het bijzonder de landen van de NNCC. 

Belangrijkste risico’s zijn te weinig personeel en hogere prijzen dan begroot. Inhuur en verdelen van capaciteit zijn daarbij voorziene maatregelen. De voorziene nauwe samenwerking met de industrie kan ook het risico van te weinig personeel beperken. De projectbudgetten hebben een risicoreservering. 

Download hier de A-brief vervanging LCF