Zet in op Nederlandse defensie-industrie bij de vervanging van de onderzeeboten

Nederlandse marineschepen zijn sinds de tijd van Michiel de Ruyter in gezamenlijke ontwikkelings- en bouwprojecten tot stand gekomen. Daarbij werkt Defensie als ontwikkelaar samen met Nederlandse kennisinstellingen en industrie aan het concept en product. Deze samenwerking staat bekend als de Gouden Driehoek. Deze samenwerking levert zonder uitzondering aantoonbaar goedkopere, slimmer bemande en meer state-of-the-art platformen dan concurrerende werven.

De beste boot dus, voor de beste prijs voor onze Koninklijke Marine (more bang for the buck). Het levert daarmee ook autonomie op in een belangrijke strategische industrie en draagt bij aan het concurrentievermogen van de Nederlandse maritieme sector. Het is daarmee essentieel dat de Nederlandse industrie en kennisinstellingen optimaal worden ingezet bij de verwerving van de nieuwe onderzeeboten.

 De Walrus-klasse: toonbeeld van Nederlands kunnen

De huidige Walrus-klasse is volledig Nederlands gebouwd maar is nu aan vervanging toe. Dit type onderzeeboot is overigens tijdens de gehele levensduur zeer kosteneffectief geweest. De kwaliteit is al decennia onbetwist. Ook is bij de instandhouding van de huidige Walrusklasse onderzeeboten bewezen dat we door samenwerking van de Nederlandse industrie in staat zijn om succesvol complexe verbeteringen aan te brengen en de levensduur te verlengen, totdat de nieuwe onderzeeboten in de vaart komen. Ons MKB heeft wel degelijk nog zeer veel onderzeebootkennis en – kunde. Daarmee koppelt Nederland deze modernisering aan het verstevigen van een stabiele basis van kennisinstellingen en bedrijven die ervoor zorgen dat Nederland de juiste militaire kennis, technologie en capaciteiten in huis heeft én wordt benut bij de bouw van nieuwe onderzeeboten. En vanzelfsprekend met spin off naar andere sectoren van de industrie.

Het project Vervanging Walrus-klasse onderzeeboten staat op de drempel van de volgende fase. Na het verschijnen van de A-brief in 2016 is uiteindelijk de B-brief op 13 december 2019 verstuurd. Er is gekozen voor 4 onderzeeboten en een verwervingsstrategie in concurrentie onder artikel 346 VWEU met drie resterende kandidaat-werven: Naval Group, Saab Kockums en TKMS. Met de huidige planning zal naar verwachting in 2022 tot gunning van een contract worden overgegaan.

Waarborg Nederlandse belangen in de Europese context

Op 13 december 2019 heeft de NIDV in dat kader een persverklaring uitgegeven om het belang van de participatie van de Nederlandse industrie in dit Europese krachtenveld te benadrukken.  “Met het stellen van internationale concurrentie voor de onderzeeboten zet het kabinet de Nederlandse industriepositie op de Europese defensiemarkt onder druk. Grote Europese landen met onderzeeboten hebben nog nooit buitenlandse partijen mee laten dingen bij de aanschaf daarvan. Zij vinden de technologie te cruciaal om deze buiten de landsgrenzen te brengen. Dit mag voor Nederland niet anders zijn.” De komende jaren zal de Europese defensiemarkt verder consolideren, wanneer de NL-DVI bij deze orders niet optimaal meedoet , kan de achterstand niet meer worden ingelopen.

Waak voor verdere vertraging

Op 14 januari is er een technische briefing voor de VCD gehouden waarna 267 kamervragen zijn ingediend. Het Algemeen Overleg (AO) gepland op 18 maart is vanwege de COVID-19 crisis gecanceld. Het AO staat nu dus uiteindelijk gepland voor 25 juni. Daarmee ontstaat het beeld dat het project ongewenst weer verder naar achteren schuift zodat de voorgenomen instroom (jaar 2027) verder onder druk komt te staan. Dit is voor alle partijen ongewenst.

De NIDV gaat er daarom vanuit dat het uitstel van de herijking van de Defensienota niets verandert aan de voorgenomen planning en is dan ook verheugd dat de minister van Defensie heeft verklaard zich stevig in te zetten voor de hoognodige investeringen in de krijgsmacht.

Met onderzeeboten uit de crisis stijgen

Substantiële betrokkenheid bij het project «Vervanging onderzeebootcapaciteit» van de Nederlandse industrie en kennisinstellingen draagt zonder meer bij aan economisch herstel, oftewel aan het ‘uit de crisis innoveren’.

Het gaat om een project dat een aanpak in de vertrouwde samenwerking met de kennisinstituten én Defensie volledig rechtvaardigt. Door de broodnodige stabiele basis van kennisinstellingen en bedrijven te verstevigen, houden we de reeds aanwezige onderzeebootkennis, onderwatertechnologie en productiecapaciteiten in huis. In lijn met de Defensie Industrie Strategie en in het belang van onze nationale veiligheid.

Deze tekst is als brief gedeeld met de Vaste Kamercommissie voor Defensie.

Laatste nieuws